O Ouwe Lee (O, O, Den Haag)

Link naar het lied

 

Ik zou best nog wel een keertje net als vroeger weer slootje willen springen

Tot je knieën in de bagger, de wasmachien kon lekker aan de gang,

En in de zomer met je zelfgebouwde vlot de sloten door te varen,

Op de hoop dat ie bleef drijven, maar ook voor een nat pak was je niet bang.

 

Ik zou best nog wel een keertje net als vroeger een schuurfeest willen bouwen,

De hele nacht gezellig zuipen, en dagen later deed je kop nog pijn.

Of met m’n vrienden op ouwejaarsnacht een lekker fikkie stoken,

Met flink wat hout en autobanden, vooral die asbestplaten knalden fijn.

 

O Ouwelee, mooi gehucht tussen de koeien,

de Ackersdijk, de lange sloten, buurthuisplein.

O Ouwelee, laat niemand zich met jou bemoeien,

Verlangens groeien om in de Ouwelee te zijn.

 

Ik zou best nog wel een keertje met die Ouwe in een auto willen crossen,

Er werd nergens naar gekeken, de Onderweg die was van iedereen.

lekker planken door het land van Van den Burg, voluit gassen naar de molen,

Een agent moest je niet pakken, want dan zat je er effetjes doorheen.

 

O Ouwelee, mooi gehucht tussen de koeien,

De Ackersijk, de lange sloten, buurthuisplein.

O Ouwelee, laat niemand zich met jou bemoeien,

Verlangens groeien om in de Ouwelee te zijn.

 

Ik zou best nog wel een keertje, ach wat zit ik toch te dromen,

Want de Ouwelee is door de jaren zo veranderd, het wqerdt de hoogste tijd.

Dat snel internet dat is er nu dan eindelijk toch echt een keer gekomen.

Zo kan de Ouwelee weer jaren mee, het is nu echt een feit.

 

O Ouwelee, mooi gehucht tussen de koeien,

De Ackersdijk, de lange sloten, buurthuisplein.

O Ouwelee, laat niemand zich met jou bemoeien,

Verlangens groeien om in de Ouwelee te zijn,